De heffing op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsgebouwen in een Vlaamse gewestbelasting die het stedelijk verval wil tegengaan.
De opbrengsten van de heffing komen terecht in het Vernieuwingsfonds.
Dit fonds geeft financiële steun aan projecten die leegstaande sites nieuw leven inblazen.
Voorwaarden
Leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten in Vlaanderen worden opgenomen in een inventaris.
Die inventaris wordt jaarlijks bijgewerkt.
De heffing moet betaald worden in het kalenderjaar dat volgt op de derde opeenvolgende registratie in de inventaris (het aanslagjaar).
Wie op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het bedrijfsgebouw moet de heffing betalen.
Onder bepaalde voorwaarden kan je een opschorting van de heffing aanvragen voor:
- nieuwe eigenaars (opschorting van de heffing gedurende twee jaar)
- leegstaande maar niet verwaarloosde bedrijfsgebouwen
- voorstellen tot vernieuwing
- bodemsaneringsprojecten
- brownfieldconvenanten
De heffing wordt enkel kwijtgescholden:
- als je de schrapping krijgt voor het einde van de opschortingstermijn of als je een verlening of eventueel een aansluitende opschorting krijgt om andere redenen
- als je in de tussentijd niet verkoopt
Procedure
Is een heffing verschuldigd, dan wordt een aanslagbiljet met een aangetekende brief verzonden aan de heffingsplichtige.
Prijs
Het bedrag van de heffing is afhankelijk van het kadastraal inkomen van het leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsgebouw.
De tarieven van de heffing op leegstaande bedrijfsruimten vind je op de website van de Vlaamse belastingdienst.
De gemeente kan op dit bedrag nog opcentiemen heffen.