zoals een kind zich nietsvermoedend
aan de takken van een boom vasthecht,
gedwee het wisselen van seizoenen ondergaat
zoals de natuur barmhartig is
en mededogen voelt voor wie
aan vergankelijkheid wil weerstaan
zoals een ziel zich in muziek herkent,
in het stijgen en het dalen
en het bewegen daartussenin
zoals een boom zich met stilte omringt
en de stilte beklijvend is
tot een kind die luid doorbreekt
zo gaat een bezeerde ziel niet voorbij
aan het ruisen van een boom,
aan het deemoedig buigen voor het lot
Lut Natens (Rotselaar)